De Torpedoloods bestaat al 140 jaar en er werden ‘zeemijnen’ opgeslagen die gebruikt werden in de Nieuwe Waterweg, als dat nodig was om vijandelijke schepen tegen te houden. Later was het een punt waar burgermilitairen konden worden opgeroepen als er oorlog dreigde. Nu is het een mooi restaurant

De loods met twee puntgevels werd in 1886 en 1887 gebouwd door aannemer Wijnand van Leeuwen uit Hellevoetsluis. Het Torpedomagazijn, zoals de officiële naam was, werd gelijktijdig met het Fort aan den Hoek van Holland gebouwd. Het was in gebruik bij de militairen van het Korps Torpedisten als opslagplaats van ‘elektroschoktorpedo’s’, wat in feite mijnen waren. Vanuit de loods werden ze over een 1 meter brede rails naar een steiger in de Berghaven getransporteerd. Vandaar werden ze met barkassen (een soort roeiboten) naar hun plaats in de Nieuwe Waterweg gebracht. Daar werden ze met kettingen vastgemaakt aan betonblokken die als verankering op de bodem lagen. De mijnen werden met elektrische kabels verbonden met het fort, waar men ze via een schakelbord kon activeren.

Na de oorlog werd de Torpedoloods het mobilisatiepunt voor lokale burgermilitairen. Mocht Nederland opnieuw in oorlog komen, dan werden burgers uit de regio hier ‘onder de wapenen’ gebracht. Tientallen jaren werden militaire uitrustingsstukken opgeslagen in de loods. In 1970 werd het pand aangewezen als rijksmonument.

In de jaren ’80 werd het pand door Defensie ontruimd en kwam het leeg te staan waarna het in de jaren ’90 een horeca bestemming kreeg: restaurant Torpedoloods. In 2024 is het pand inwendig verbouwd en werd de nieuwe serre aan de voorzijde geplaatst.